Hoe cognitieve vooroordelen verslavingen vormen: Nieuwe bevindingen over alcohol, eten en porno

Paracelsus

Addictionist
Joined
Nov 23, 2021
Messages
221
Reaction score
228
Points
43
QxSeNiJELj


Een nieuw onderzoek, gepubliceerd in het Journal of Behavioral Addictions, heeft belangrijke inzichten onthuld in de neurocognitieve mechanismen achter zowel middelen- als niet-substantieel verslavend gedrag.

Deze longitudinale studie van zes maanden, uitgevoerd door een internationaal team van onderzoekers uit Australië, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, biedt een unieke kijk op de voorspellende kracht van verschillende neurocognitieve functies bij het verklaren van verslavend gedrag, zoals problematisch alcoholgebruik, verslavend eten, pornografiegebruik en internetgebruik. Het onderzoek heeft als doel om te ontdekken hoe cognitieve controle en beloningsgerelateerde functies kunnen bijdragen aan verslaving en of deze mechanismen verschillen tussen verslaving aan middelen en niet-substantie verslaving.

In het onderzoek volgden de onderzoekers een groep van 294 deelnemers, voornamelijk jonge Australiërs met een gemiddelde leeftijd van 24,8 jaar, gedurende een periode van zes maanden. De deelnemers werden beoordeeld met behulp van een reeks online neurocognitieve taken en enquêtes die waren ontworpen om verschillende verslavende gedragingen en hun neurocognitieve voorspellers te evalueren. Het onderzoek richtte zich op problematisch alcoholgebruik, verslavend eten (AE), problematisch pornografiegebruik (PPU) en problematisch internetgebruik (PUI).

Belangrijkste bevindingen

  • Een van de meest opvallende bevindingen was dat neurocognitieve basismetingen de ernst van verslavend eten of internetgebruik na zes maanden niet voorspelden. Het onderzoek identificeerde echter wel specifieke neurocognitieve functies die niet-substantie verslavend gedrag over een kortere periode voorspelden. Een slechtere prestatiebewaking - een belangrijke cognitieve controlefunctie - voorspelde bijvoorbeeld een hoger niveau van verslaafd eten na drie maanden. Daarnaast werd beloningsgerelateerde aandacht, die aangeeft hoe sterk iemand wordt aangetrokken door belonende signalen, in verband gebracht met hogere niveaus van verslaafd eten na zes maanden. Uit het onderzoek bleek ook dat minder risico nemen bij onzekerheid een hoger problematisch internetgebruik na drie maanden voorspelde, wat suggereert dat er een ander neurocognitief mechanisme in het spel is bij PUI dan bij andere vormen van verslaving.
  • Een opmerkelijke bevinding was dat delay discounting - hoezeer een persoon beloningen devalueert na verloop van tijd - een hoger niveau van problematisch pornografiegebruik na zes maanden voorspelde. Deze bevinding is enigszins contra-intuïtief, omdat eerder onderzoek een verband heeft gelegd tussen vertraagd verdisconteren en verslaving aan middelen. Interessant genoeg bleek geen van de onderzochte neurocognitieve variabelen problematisch alcoholgebruik te voorspellen, wat vragen oproept over de vraag of middelenverslavingen en niet-substantieverslavingen dezelfde onderliggende neurocognitieve mechanismen hebben.
De onderzoekers benadrukken dat deze bevindingen zouden kunnen helpen bij de ontwikkeling van meer gerichte behandelingen voor verslaving. De resultaten suggereren dat verschillende soorten verslavingsgedrag gedreven kunnen worden door verschillende neurocognitieve functies. Zo zouden interventies die gericht zijn op het verbeteren van prestatiemonitoring of het verminderen van beloningsgerelateerde aandachtsvertekeningen bijzonder effectief kunnen zijn bij het aanpakken van verslavend eten. Aan de andere kant kunnen behandelingen die zich richten op het verbeteren van besluitvorming onder onzekerheid mensen helpen die worstelen met problematisch internetgebruik.

Het onderzoek benadrukt ook de noodzaak van verder onderzoek om deze bevindingen te repliceren, met name in meer klinisch ernstige populaties. De meeste deelnemers aan dit onderzoek vertoonden lage tot matige niveaus van verslavend gedrag, wat de generaliseerbaarheid van de resultaten naar personen met ernstigere verslavingen kan beperken. De onderzoekers zijn echter van mening dat het onderzoek een belangrijke basis vormt voor het begrijpen van de rol van neurocognitieve functies bij niet-substance verslavingen, een gebied dat in het verleden relatief weinig aandacht heeft gekregen.

Voor meer gedetailleerde informatie kunt u het volledige artikel bekijken via de volgende link (clearnet).
 
Top